Gerard Kempen

Publications

Displaying 1 - 19 of 19
  • Jongen-Janner, E., Pijls, F., & Kempen, G. (1990). Intelligente programma's voor grammatica- en spellingonderwijs. In Q. De Kort, & G. Leerdam (Eds.), Computertoepassingen in de Neerlandistiek. Almere: Landelijke Vereniging van Neerlandici.
  • Kempen, G. (1990). Een slordig gestapeld servies [Review of the book Tranen van de krokodil by Piet Vroon]. Intermediair, 26(17), 67-69.
  • Kempen, G. (1990). Microcomputers en cognitiewetenschap. SURF: Tijdschrift over Computerdienstverlening in het Hoger Onderwijs en Onderzoek, 4(3), 2.
  • Kempen, G., & Jongen-Janner, E. (1990). Naar een flexibele methode voor algoritmisch grammatica- en spellingonderwijs. Pedagogisch Tijdschrift, 15, 280-289.
  • Kempen, G. (1990). Representation in memory: Volume 2, chapter 8, pp. 511–587 by David E. Rumelhart and Donald A. Norman [Book review]. Acta Psychologica, 75, 191-192. doi:10.1016/0001-6918(90)90107-Q.
  • Kempen, G. (1990). Taaltechnologie en de toekomst van tekstautomatisering. Informatie, 32, 724-727.
  • Pijls, F., Kempen, G., & Janner, E. (1990). Intelligent modules for Dutch grammar instruction. In J. Pieters, P. Simons, & L. De Leeuw (Eds.), Research on computer-based instruction. Amsterdam: Swets & Zeitlinger.
  • De Smedt, K., & Kempen, G. (1990). Discontinuous constituency in Segment Grammar. In Proceedings of the Symposium on Discontinuous Constituency. Tilburg: University of Brabant.
  • Drolet, M., & Kempen, G. (1985). IPG: A cognitive approach to sentence generation. CCAI: The Journal for the Integrated Study of Artificial Intelligence, Cognitive Science and Applied Epistemology, 2, 37-61.
  • Kempen, G. (1985). Artificiële intelligentie: Bouw, benutting, beheersing. In W. Veldkamp (Ed.), Innovatie in perspectief (pp. 42-47). Vianen: Nixdorf Computer B.V.
  • Kempen, G. (1985). Psychologie 2000. Toegepaste psychologie in de informatiemaatschappij. Computers in de psychologie, 13-21.
  • Kempen, G., Schotel, H., & Pijls, J. (1985). Taaltechnologie en taalonderwijs. In J. Heene (Ed.), Onderwijs en informatietechnologie. Den Haag: Stichting voor Onderzoek van het Onderwijs (SVO).
  • Naffah, N., Kempen, G., Rohmer, J., Steels, L., Tsichritzis, D., & White, G. (1985). Intelligent Workstation in the office: State of the art and future perspectives. In J. Roukens, & J. Renuart (Eds.), Esprit '84: Status report of ongoing work (pp. 365-378). Amsterdam: Elsevier Science Publishers.
  • Van Wijk, C., & Kempen, G. (1985). From sentence structure to intonation contour: An algorithm for computing pitch contours on the basis of sentence accents and syntactic structure. In B. Müller (Ed.), Sprachsynthese: Zur Synthese von natürlich gesprochener Sprache aus Texten und Konzepten (pp. 157-182). Hildesheim: Georg Olms.
  • Kempen, G. (1981). De architectuur van het spreken. TTT: Interdisciplinair Tijdschrift voor Taal & Tekstwetenschap, 1, 110-123.
  • Kempen, G., & Van Wijk, C. (1981). Leren formuleren: Hoe uit opstellen een objektieve index voor formuleervaardigheid afgeleid kan worden. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 3, 32-44.
  • Kempen, G., & Fokkema, S. (1981). Ten geleide. Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie en haar Grensgebieden, 36, 345-346.
  • Kempen, G. (1981). Taalpsychologie. In H. Duijker, & P. Vroon (Eds.), Codex Psychologicus (pp. 205-221). Amsterdam: Elsevier.
  • Van Wijk, C., & Kempen, G. (1981). Het effect van sociale klasse en gesprekssituatie op het gebruik van connectieven in mondeling en schriftelijk taalgebruik. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 3, 203-209.

    Abstract

    Van den Broeck (1977, 1980) heeft een pragmatische interpretatie voorgesteld voor de verschillende wijzen waarop leden van hogere en lagere sociaal-economische klassen hun taaluitingen syntaktisch struktureren. Ter ondersteuning hiervan presenteerde hij gegevens m.b.t. gemiddelde zinscomplexiteit bij sprekers uit twee sociaal- conomische klassen in formele en informele gesprekssituaties. Het in dit artikel gerapporteerde onderzoek slaagt er niet in van den Broeck's uitkomsten te repliceren. Waarschijnlijk berusten ze op een contaminatie van gesprekssituatie met taalkeuze (standaardtaal vs. lokaal dialekt). Mede op basis van de nieuwe gegevens wordt i.p.v. de pragmatische interpretatie een vaardigheidsinterpretatie voorgesteld. T.g.v. vooropleiding en beroep beschikken leden van verschillende sociaal- economische klassen over uiteenlopende vaardigheidsniveaus in verhalend (narrative) en verklarend (expository) taalgebruik. Dit uit zich in het gebruik van connectieven: funktiewoorden die logischsemantische relaties tussen proposities uitdrukken.

Share this page