De ontdekking van de eerste woorden
Spraak is continu, er zijn geen betrouwbare signalen waardoor de luisteraar weet waar het ene woord eindigt en het volgende begint. Voor volwassen luisteraars is het segmenteren van gesproken taal in afzonderlijke woorden dus niet onproblematisch, maar voor een kind dat nog geen woordenschat bezit, vormt de continuïteit van spraak een nog grotere uitdaging. Desalniettemin produceren de meeste kinderen hun eerste herkenbare woorden rond het begin van het tweede levensjaar. Aan deze vroege spraakproducties gaat een formidabele perceptuele prestatie vooraf. Tijdens het eerste levensjaar - met name gedurende de tweede helft - ontwikkelt de spraakperceptie zich van een algemeen fonetisch discriminatievermogen tot een selectieve gevoeligheid voor de fonologische contrasten die in de moedertaal voorkomen. Recent onderzoek heeft verder aangetoond dat kinderen, lang voordat ze ook maar een enkel woord kunnen zeggen, in staat zijn woorden die kenmerkend zijn voor hun moedertaal te onderscheiden van woorden die dat niet zijn. Bovendien kunnen ze woorden die eerst in isolatie werden aangeboden herkennen in een continue spraakcontext. Het dagelijkse taalaanbod aan een kind van deze leeftijd maakt het in zekere zin niet gemakkelijk, bijvoorbeeld doordat de meeste woorden niet in isolatie voorkomen. Toch wordt het kind ook wel houvast geboden, onder andere doordat het woordgebruik beperkt is.
Share this page